Onze naam is altijd een raadsel geweest. We schrijven Mestrum en Mestrom binnen één familie en ook van generatie op generatie veranderen namen. Zo schreef mijn vader Gottfried op de voordeur altijd Mestrom maar heette hij bij de burgerlijke stand toch echt Mestrum. En zo heb ik tot 1979 altijd Mestrom geschreven, zelfs ooit met ö in de naam. Maar toen de secretaresse van de Pedagogische Academie in Schijndel mij diploma wilde gaan schrijven kwam ze toch echt even vragen aan mij wat ze nu op het diploma moest zetten, Mestrum of Mestrom. Want ik gebruikte de naam Mestrom maar het uittreksel van de burgerlijke stand gaf toch duidelijk Mestrum aan. En om het diploma van waarde te laten zijn moest het dus Mestrum zijn. Vanaf dat moment heb ik altijd Mestrum geschreven. Wonderlijk!

Jos Mestrom uit St. Odiliënberg heeft onderzoek gedaan naar de herkomst van de naam. Want naast Mestrum en Mestrom komt ook nog Mesterom voor. Ook die laatste werd soms tegelijkertijd gebruikt bij iemand zo komen we in aktes e.d tegen. Goed dus om de aantekeningen van Jos er eens bij te halen. Hieronder zijn hypothese waar de naam nu eigenlijk vandaan zou kunnen komen. Onder zijn uitleg en hypothese voeg ik de mijne nog toe die ik vond op basis van het idee van Jos en een idee dat ik kreeg van Jan Ruijten uit Linne.

 


Familienamen algemeen (idee van Jos Mestrom)

Toen in het begin van de 19e eeuw de burgerlijke stand werd ingevoerd werd iedereen verplicht een familienaam aan te nemen. Voor onze gewesten was dat nauwelijks een probleem omdat vrijwel elke familie al sinds enkele eeuwen een eigen achternaam had. In de rest van Nederland was dat wel anders.

Hoe komen familienamen tot stand?

Vrijwel  90% van alle voorkomende familienamen vallen onder een van de volgende categorieën:

  1. Namen afgeleid van een voornaam: Janssen,Peters,Stevens,Hermans,Joosten,Vaes, Nelissen, Meeuwissen, Thomassen,Jacobs, Lenaers,Thijssen Mathijsen,Reinaards, Geraedts  Christiaans en al hun afleidingen.
  2. Beroepsnamen: Smeets, Smids, Cuypers, Timmermans, Schilder, Rademakers, de Klerk, de Boer, Meisters, Koster, Mulders,Bakker, Tegelbeckers, Vissers Brouwers, Bekkers, Schreurs, Olieslagers, Metsemakers, Schrijnemakers, Wagemakers, Offermans, Richter, Casteleyn, Bijlmakers, Schaeffer, Scheffers, de Waard, Wevers en al hun afleidingen.,
  3. Herkomstnamen: van Herten, van Helden, van Heur, van Montfort, van Melick, van Thoor, van Bracht, van Buggenum, Kessels, van Meyel, van Neer, van Weert, van Hees, van Helmond, van Arnhem, van Delft, van Bree, den Hollander, de Vries, van Praag, van Hensberg, van Leipzig, van Hoensbroek, van Aken, van Zutphen enz.
  4. Namen afgeleid van Toponiemen : van de Heuvel, van de Weyde, van der Put, van der Woude, Bosch, aan de Boom, aan de Kerk, Amkreutz, Ambaum, Ament, op het Veld Ingensande, van den Akker, Rietveld, van der Gracht, op de Camp, Ophey, van der Steen, Kerkhofs, van Tuinen, van der Werf etc.
  5. Namen afgeleid van lichaamseigenschappen: de Klein, de Groot, de Lange, de Kort, Smallenbroek, de Goede, Krombeen, Magermans, de Reus, de Bruin, Goedbloed, de Slegte, Vromen, den Oude, Hummel etc,
  6. Namen van andere oorsprong: Onder deze laatste categorie vallen namen van vondelingen en namen gekozen in de tijd van de Franse overheersing toen iedereen die nog geen familienaam had er een moest kiezen. Toen ontstonden er namen als Naaktgeboren, Suykerbuyck, Poepjes etc. Vondelingen kregen soms de naam Vondeling of ze werden b.v. genoemd naar de dag of naar het seizoen waarop ze gevonden waren.
  7. Buitenlandse namen: Veel vreemde namen van zich hier gevestigde buitenlanders (Polen, Turken Marokkanen e.v.a.)

Mestrom/Mestrum/Mesterom

Ruim 90 % van alle familienamen valt onder een van de genoemde categorieën. De naam Mestrom  echter niet. Waar komt hij dan wel vandaan?
Over de herkomst van de naam Mestrom  bestaan verschillende theorieën waarvan echter geen enkele 100 % uitsluitsel geeft.
Dr Ruud Mestrom te Maastricht meent dat de naam etymologisch is ontstaan uit Mestrum—Mester-heim—Meestershuis, (vgl Buggenum—Buggenheim).
Voor Dhr Jos Crott zaliger,uitgever van het boekje “ Familienamen in Limburg” was en bleef onze naam een raadsel. Het was een van de familienamen die hem bezighielden maar waarvoor hij geen verklaring had.
Het woordenboek voor familienamen in België geeft als uitleg: een variatie van Westerum met wisseling van de lipmedeklinkerM naar W. De tekst op pag. 1499 van dit boek luidt als volgt: Vanwege het achtervoegsel  -um is het niet de plaatsnaam Westrem in Overijssel maar de plaatsnaam Westrum in Hertzlake en/of Wangerland in Duitsland.  Westrum is dan het in het westen gelegen heem (vgl  Oostrum—Oosterheem.Geen enkele tot nu toe getraceerde voorvader stamt echter uit deze streek zodat ook deze theorie niet waarschijnlijk is.
Tenslotte wist ook het eerder genoemde te Amsterdam gevestigde Meertensinstituut voor dialectologie volkskunde en naamkunde geen verklaring te geven.

Maestrom/Maestrum
Omdat alle tot nu toe geregistreerde Mest( e )roms/Mestrums uit het gebied  rond Maeseik, Maasbracht of Linne stammen is het m.i. zeer waarschijnlijk dat ook de naam uit deze streek komt.

In het vroegste stadium van het doopregister van Linne schreef de Pastoor de dopelingen in  als Maestrom  of Maestrum (rond 1700). De naam van de ons welbekende rivier werd geschreven als Maes-stroom ( zie kaart Michiels van Kessenich) evenals Maesbracht en Maeseik. Het niet meer bestaande woord (t)rum werd gebruikt om een gebied aan te duiden dat ontdaan van onkruid en of struikgewas geschikt werd gemaakt  (geruimd) voor landbouw.

Wellicht heeft een van onze voorvaderen zich zo’n stuk grond, gelegen aan de Maas eigen gemaakt (een Maes-trum) en daar waarschijnlijk zijn naam aan ontleend.

Toen ik (Jos Mestrom – red.) deze theorie voorlegde aan Dhr Jo Hoen, bewerker en uitgever van het eerder genoemde boekje van Crott was dit ook voor hem de meest voor de hand liggende verklaring, maar wij staan nog altijd open voor een nog betere uitleg.


Maes-stroom / Maes-strum (miin idee)

Na deze interessante hypothese ging ik zelf eens op zoek en vond nog wat mogelijkheden. Zo kwam ik het maes-stroom vaak tegen in oude teksten, zoals in deze tekst uit 1676 van de Staten van Gelderland en deze tekst uit 1660.
Verder speurend kwam ik het woord strum ook tegen bij het zoeken bij het Instituut van de Nederlandse Taal in alle woordenboeken. En dan blijkt het volgende bij het woord strum:

(struum, strum), znw. vr. Mhd. strûm, naast stroum. Naam verwant met stroom; z. ald. en vgl. Franck op stroom en Kil. stroem naast “stroom”.
↪Strooming van het water, stroom. Vgl. strumen.
Dese riviere loopt … van Galylee te Cedar waerd, ende daer vergaderde in hare vaerd (hs.) Jor, die grote flume ende deletse daer met hare strume, Velth. I, 13, 56, Brabant, 1340-1360 (lat. ut se Jor fluvio infundat; de vertaling laat aan duidelijkheid en juistheid te wenschen over).
Eer du ter bigten coms, so ontmut di een ander water, heit scame, ende vlijt (d. i. vliet) jeghen strum harde sterkelike, Limb. Serm. 208b., Limburg, 1391-1400

Ofwel kan onze naam gewoon afgeleid zijn van Maes-stroom ofwel Maes-strum. Klinkt ook voor de hand liggend aangezien onze oerstamvader Joannes die stierf in 1689 koster was in Maasbracht, zijn broer Franciscus de tak Linne voortbrengt en er een tak Montfort is. Kortom: heel veel van onze voorvaderen komen uit het stroomgebied van de Maas.
Nog iets om op door te denken is het feit dat maes strum in het Latijn Maes meester betekent en maestrum en maestrom betekenen beide meester, volgens google translate. Was onze voorvader die de naam Mestrum of Mestrom kreeg of zich zo noemde niet gewoon een onderwijzer…… Zeker een aanknopingspunt omdat ook in en verkoopakte of liever gezegd een koopakte van Jan Mestru, de koster (onze oerstamvader) ook zijn naam vooraf gaat met meester (Mr).

Dan hieronder een idee van Jan Ruijten. Hij mailde me n.a.v. een vraag aan hem.


Maistrehomme (idee van Jan Ruijten, zie zijn uitleg op zijn website)

Volgens mij is de herkomst totaal anders. In de schepenbank boeken van Echt in de 17e eeuw komt de naam ook in diverse spellingen voor. Volgens mij is de naam een verbastering uit het Frans. Ik heb ook oude Franstalige documenten getranscribeerd. Toen scheef men nog hostel, nu hôtel, maistre nu maître. Om dit laatste gaat het nu.
In het Frans is het ondertussen Maîtrehomme, naast Gentilhomme. Hier in Nederland is die verandering niet opgepikt. Men sprak en schreef geen Frans op het dorp.
Zodoende werd Maistrehomme op zijn “plat” uitgesproken en op verschillende manieren opgetekend. Maistrehomme werd door de pastoor of de secretaris van de schepenbank opgetekend zoals het klonk.


Blijft een mooie naam! We speuren verder.