Overlijdensakte Joannes Mestrom

Jan Mestrum stamvader, koster in Maasbracht in 1600

De stamvader van de familie Mestrom/Mestrum, Joannes ofwel Jan, waarvan we gegevens hebben terug kunnen vinden, is overleden op 22 maart 1682 en in Maasbracht in de kerk onder de toren begraven. Hij is daar dan meer dan 40 jaar koster geweest. Alleen vooraanstaande personen werden in de kerk begraven en dus zal hij wel een bekend persoon zijn geweest in zijn gemeenschap. Hij was gehuwd met Catharina Nijsten die hem in de dood was voorgegaan daags voor Kerstmis in 1679. Ook zij ligt onder de toren begraven.

Broers en zussen van stamvader Jan Mestrum. En de vader en moeder?

Deze Joannes (Jan) is in ieder geval de stamvader van de families Mestrom/Mestrum (over de naam lees je hier meer) die uit Maasbracht stammen. In het gezin Mestrum/Mestrom waar Joannes deel van uitmaakte had hij waarschijnlijk nog 4 broers (Petrus (priester in Friesland), Henricus (priester in België), Everardus (in Maaseik) en Franciscus (stam Linne)) gehad en 2 zussen (Margaretha (weduwe) en Elisabeth (ongehuwd en waarschijnlijk huishoudster bij Petrus in Friesland) maar daarover in een ander bericht meer. En als er broers en zussen waren was er natuurlijk ook een vader en moeder. Daarvan hebben we tot op heden geen gegevens kunnen vinden. Wel heeft Jos Mestrom uit St. Odiliënberg een interessante hypothese opgesteld over de gezinssamenstelling met al deze broers en zussen van onze Joannes, de koster zoals we hem altijd noemen. Jos Mestrom is van de familietak uit Linne die afstamt van Franciscus uit dezelfde tijd als Joannes. Door de hypothese van Jos worden alle takken Mestrom/Mestrum aan elkaar gekoppeld en zijn alle gevonden familieleden tot de 17e eeuw uit Maasbracht of Linne afkomstig. In een ander bericht zullen we op de hypothese van Jos ingaan.

Archieven bewaard gebleven

Dat we zoveel familieleden en hun gegevens terug kunnen vinden is o.a. te danken aan de archieven van de H. Gertrudiskerk in Maasbracht en de H. Hartparochie in Maasbracht-Beek waarvan veel bewaard is gebleven, evenals het archief van de gemeente Maasbracht en het Rijksarchief in Maastricht. Het ontstaan van het kerkelijk archief is te danken aan een besluit genomen tijdens het Concilie van Trente (1545-1563) om doopsel, vormsel, huwelijk en overlijden te gaan registreren. Het duurde toch nog ongeveer 100 jaar voordat pastoors in de regio Limburg min of meer regelmatig en betrouwbaar dit besluit gingen uitvoeren. De notities werden in het latijn geschreven.

Het wettelijke bevolkingsregister is omstreeks 1798 op bevel van Napoleon Bonaparte, tijdens de Franse bezetting van de Nederlanden, ingevoerd. Daarom gebeurde de inschrijvingen tot 1813 in het frans. De invoering van deze registratie heeft tot gevolg gehad dat vanaf die tijd de gegevens betrouwbaarder zijn geworden.

Verkoopakte Notaris van Eijll uit Echt

De zonen van Jan Mestrum

Uit enkele fragmentarische doopinschrijvingen in het kerkregister van Maasbracht blijkt dat Johannes een zoon Jacobus had, gedoopt 25-10-1644 en een zoon Petrus, gedoopt 1-3-1647. Dat ook Joannes (Jan) een zoon van hem is blijkt uit het schepenbankregister van Echt (waar Maasbracht onder ressorteerde) waar we vinden dat op 3-5-1677 Claes Moers en echtgenote Griet Baete een stuk akkerland groot 4 morgen te Maasbracht gelegen, overdragen aan Jacob, Joannes en Petrus Mestrom, gebroederen. Uit Jacob is dus de stam Maasbracht (A) ontstaan, uit Joannes’ zoon Joannes de tak België (C) en uit Petrus de tak Venlo (B). Tot slot noemen we nog de laatste zoon van Joannes, de koster, onze oerstamvader, nl. Franciscus. Deze laatste is de stichter van de Mestrom tak Keulen.
Zoals je ziet is Joannes, de koster uit Maasbracht de grondlegger van maar liefst 3 takken. En via zijn zoon Jacobus, diens zoon Theodorus ook nog van de Mestrom tak Montfort. Een echte oerstamvader dus. Totdat we zijn vader gevonden hebben en we zijn afstammelingen en die van zijn broer Franciscus , van de Mestrom tak Linne bij elkaar kunnen brengen.

Uit diverse stukken uit de schepenbank van Echt en de gemeenteverslagen van Maasbracht blijkt dat onze oerstamvader Joannes, de koster, gedurende een aantal jaren (1642, 1647, 1651 en 1659) naast koster ook schatheffer was, een soort belastingontvanger van de gemeente. De schatheffer werd telkens voor een jaar benoemd. Hij was een gezien persoon in de dorpsgemeenschap. Uit de collectie handschriften van Kroonenburg blijkt dat hij in 1657 deze functie ook in Linne vervulde.
Opmerkelijk is dat in 1634 te Montfort bij een doop en een huwelijk ook een Joannes Mestrom optreedt als getuige in de functie van koster. Daar in Montfort verder geen Mestroms voorkomen in die periode en hij ook slechts tweemaal optreedt mogen we aannemen dat het “onze” Joannes uit Maasbracht was.

Dat hij een invloedrijk persoon was en zeker niet onbemiddeld blijkt uit diverse berichten van aan- en verkoop van grond in de registers van de schepenbank van Echt, omdat Maasbracht in tegenstellin tot Linne geen eigen schepenbank (een soort plaatselijke rechtbank) had. In 1652 laat hij diverse keren beslag leggen op goederen van personen die in gebreke zijn gebleven met betalen.

Overlijdensakte Catharina Nijsten

De vrouw van Jan Mestrum: Catharina Nijsten

De achternaam van de vrouw van Joannes Mestrum (Mestrom) is waarschijnlijk Nijsten geweest. Een akte daarvan is niet te vinden. Echter in een koopakte van notaris Eijll uit Echt noemt de namen Jan Mesthom en Catharina Nijsten en hij noemt ze ehluijden (echtpaar of echtlieden). De (ver)koop ging over een boerderij van vader Jan Mestrom en zijn zoon Jan Mestrom.

“Heden de laaste Mei 1662 is verschenen Hein Baeten en zijn vrouw Jenne Philps die hebben toegestemd met de verkoop van de hofstede (boerderij) gelegen te Cruchten onder Maasbracht. Zijn zoon ook Jan Mestrum genoemd was vergezeld van zijn huisvrouw Derijkxken Sijmons. De hofstede en de schuur grenzen aan een zijde aan Nencken Gerardts en aan de andere aan Theunis….(sic). Aan de voorzijde grenst de voortuin aan de openbare weg, Jaarlijks moet Jan Mestrum aan de kerk van Maasbracht 15 stuivers betalen. (Een soort kerkbelasting).
Dan heeft de heer Junius een stuk land overgedragen (verkocht) gelegen in het Cruchterveld, aan Jan Mesthom (!) (Mestrum) en zijn vrouw Catharina Nijsten. Het perceel is 181 roeden groot. Peter Basels en de ergenamen vn Ghile Brentjes grenzen aan weerszijde van het perceel. Aan de voorkant grenst het aan de gemeenschappelijke heide.”

Koopakte Jan Mestrom en zijn zoon.

Jan en Catharina Mestrum hadden wel wat grond

Op 24-1-1653 koopt hij met zijn echtgenote Catharina Nijsten samen met Willem Nelissen van Peter (Ver)coulen een morgen land (ong. 1/3 ha) in het Krugterveld te Maasbracht en op 14-2-1664, ruim elf jaar later dus laat hij beslag leggen op de “gerede en ongerede” goederen van de weduwe van Peter Vercoulen genaamd Stienken Cols omdat voornoemde Peter Vercoulen in gebreke is gebleven een stuk akkerland af te staan dat hij tijdens zijn leven verkocht heeft aan J. Mestrom en W. Nelissen. Dit arrest tot beslaglegging wordt herhaald op 28-2 en 13-3 voor de schepenbank Echt (telkens met tussenpoze van 2 weken, omdat de schepenbank elke twee weken een zittingsdatum had).
Ook toen al vond er belangenverstrengeling plaats als schatheffer Mestrom beslag laat leggen omdat een hem toekomend stuk grond niet overgedragen is.
Op “den lesten mei 1662” zo luidt het volgende bericht, is gecommen Hein Baeten met wil ende consent (toestemming) van Jenna Philips sijne huysvrouwe ende heeft verkocht aan Meester (zou hij naast koster ook schoolmeester zijn geweest, een veel voorkomende combinatie in die tijd?) Jan Mestrom in name en tot behoeve van sijnen sohn oock Jan Mestrom genoempt en Derijkxken Symons zijne huysvrouwe in ene hoffstadt ende schuyre wie dieselve tot Krugten onder Maesbracht gelegen neffens Hencken Gerards etc. etc.

Hieruit blijkt dat Jan Mestrom senior een huis met schuur koopt voor zijn zoon ook Jan Mestrom en zijn echtgenote Derijkxken Symons, waarschijnlijk begraven als Theodora Wefers, dochter van Simon Wefers.
Op 6- 8-1663 verkoopt Hr. Junius aan Jan Mestrom koster te Maasbracht en zijn vrouw Catharina Nijsten een stuk grond in het Krugterveld groot ontrent 181 roeden.
Op 22-3-1668 wordt aan Jan Mestrom en echtgenote door de schout (burgemeester) ½ morgen land toegewezen in het Krugterveld. Het gaat hier waarschijnlijk om de helft van de morgen land waarvan sprake is op 24-1-1653 en 14-2-1664.

In een ander bericht zullen we onderzoeken waar Jan en Catharina in 1600 eigenlijk gewoond hebben in Maasbracht.